Dille is een fris keukenkruid dat veel gebruikt wordt in sauzen, bij vis en bij het inmaken. Blad, bloemen en zaden worden gegeten. Ze stelt wel wat eisen aan haar omgeving, dus het is niet de makkelijkste moestuinplant.
Dille is een eenjarig kruid. Je kunt het telen voor het blad, de bloemen en de zaden. Na de langste dag (21 juni) schiet de plant gauw door. Wil je de plant voor het blad gebruiken, dan kun je dus het beste vroeg in het seizoen zaaien. De zaden zijn in de nazomer rijp.
Kies een kweekmethode om daarvan het kweekschema en de kweekinstructies te zien:
Volle zon heeft de voorkeur, al kun je dille ook wel in de halfschaduw kweken. Let erop dat de grond mooi los is, dan kan de penwortel goed groeien. Dille wil graag een beetje beschut staan tegen de wind en houdt niet van nattigheid. Losse grond, met bijvoorbeeld veel compost vindt ze dan weer wel fijn. Zeker als je het kweekt voor het blad. Juist op wat armere grond groeit dille vaak het beste.
Zaaien
Zorg dat de grond waarin je gaat zaaien goed los is tot een diepte van zo’n 25 centimeter. Op die manier kan de penwortel makelijk groeien.
Zaai de zaadjes. Als je op rijtjes zaait, houd je 3–4 centimeter tussen de zaden aan.
Dek het zaaisel af met een dun laagje aarde.
Omdat dille een penwortel vormt, laat het zich slecht verplanten. Je kunt het daarom het beste rechtstreeks op de gewenste plek zaaien.
Uitdunnen
Als je dille is opgekomen, dun je het zaaisel uit. Zorg dat er elke 10 centimeter een dilleplant overblijft.
Zaaien
Zorg dat de grond waarin je gaat zaaien goed los is tot een diepte van zo’n 25 centimeter. Op die manier kan de penwortel makelijk groeien.
Zaai de zaadjes. Als je op rijtjes zaait, houd je 3–4 centimeter tussen de zaden aan.
Dek het zaaisel af met een dun laagje aarde.
Omdat dille een penwortel vormt, laat het zich slecht verplanten. Je kunt het daarom het beste rechtstreeks op de gewenste plek zaaien.
Uitdunnen
Als je dille is opgekomen, dun je het zaaisel uit. Zorg dat er elke 10 centimeter een dilleplant overblijft.
Zaaien
Zorg dat de grond waarin je gaat zaaien goed los is tot een diepte van zo’n 25 centimeter. Op die manier kan de penwortel makelijk groeien.
Zaai de zaadjes. Als je op rijtjes zaait, houd je 3–4 centimeter tussen de zaden aan.
Dek het zaaisel af met een dun laagje aarde.
Omdat dille een penwortel vormt, laat het zich slecht verplanten. Je kunt het daarom het beste rechtstreeks op de gewenste plek zaaien.
Uitdunnen
Als je dille is opgekomen, dun je het zaaisel uit. Zorg dat er elke 10 centimeter een dilleplant overblijft.
Zaaien
Zorg dat de grond waarin je gaat zaaien goed los is tot een diepte van zo’n 25 centimeter. Op die manier kan de penwortel makelijk groeien.
Zaai de zaadjes. Als je op rijtjes zaait, houd je 3–4 centimeter tussen de zaden aan.
Dek het zaaisel af met een dun laagje aarde.
Omdat dille een penwortel vormt, laat het zich slecht verplanten. Je kunt het daarom het beste rechtstreeks op de gewenste plek zaaien.
Uitdunnen
Als je dille is opgekomen, dun je het zaaisel uit. Zorg dat er elke 10 centimeter een dilleplant overblijft.
Zaaien
Zorg dat de grond waarin je gaat zaaien goed los is tot een diepte van zo’n 25 centimeter. Op die manier kan de penwortel makelijk groeien.
Zaai de zaadjes. Als je op rijtjes zaait, houd je 3–4 centimeter tussen de zaden aan.
Dek het zaaisel af met een dun laagje aarde.
Omdat dille een penwortel vormt, laat het zich slecht verplanten. Je kunt het daarom het beste rechtstreeks op de gewenste plek zaaien.
Uitdunnen
Als je dille is opgekomen, dun je het zaaisel uit. Zorg dat er elke 10 centimeter een dilleplant overblijft.
Zaaien
Zorg dat de grond waarin je gaat zaaien goed los is tot een diepte van zo’n 25 centimeter. Op die manier kan de penwortel makelijk groeien.
Zaai de zaadjes. Als je op rijtjes zaait, houd je 3–4 centimeter tussen de zaden aan.
Dek het zaaisel af met een dun laagje aarde.
Omdat dille een penwortel vormt, laat het zich slecht verplanten. Je kunt het daarom het beste rechtstreeks op de gewenste plek zaaien.
Uitdunnen
Als je dille is opgekomen, dun je het zaaisel uit. Zorg dat er elke 10 centimeter een dilleplant overblijft.
Kweekinformatie
Geschikt voor pot/bak: ja
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 20–35 dagen
Zaaidiepte: –5 mm
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 20–35 dagen
Zaaidiepte: –5 mm
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 20–35 dagen
Zaaidiepte: –5 mm
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 20–35 dagen
Zaaidiepte: –5 mm
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 20–35 dagen
Zaaidiepte: –5 mm
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 20–35 dagen
Zaaidiepte: –5 mm
Planteigenschappen
Hoogte: 30 cm–1,20 m
Breedte: 10–30 cm
Zonbehoefte: halfschaduw tot volle zon
Water geven
Dille houdt van voldoende water. Let wel op dat je het ook weer niet te nat maakt. Het moet geen moeras worden.
Geef regelmatig water.
Geel blad verwijderen
Verwijder gele bladeren. Zo steekt de plant zijn energie in de frisgroene blaadjes die je op wilt eten.
Water geven
Dille houdt van voldoende water. Let wel op dat je het ook weer niet te nat maakt. Het moet geen moeras worden.
Geef regelmatig water.
Geel blad verwijderen
Verwijder gele bladeren. Zo steekt de plant zijn energie in de frisgroene blaadjes die je op wilt eten.
Water geven
Dille houdt van voldoende water. Let wel op dat je het ook weer niet te nat maakt. Het moet geen moeras worden.
Geef regelmatig water.
Geel blad verwijderen
Verwijder gele bladeren. Zo steekt de plant zijn energie in de frisgroene blaadjes die je op wilt eten.
Water geven
Dille houdt van voldoende water. Let wel op dat je het ook weer niet te nat maakt. Het moet geen moeras worden.
Geef regelmatig water.
Optioneel
Steun plaatsen
Als de dille bloeischermen krijgt, heeft het nog wel eens de neiging om om te vallen. Je kunt de planten helpen overeind te blijven.
Prik rond de planten wat stokken in de grond.
Span losjes een touw om de dilleplanten en de stokken heen.
Water geven
Dille houdt van voldoende water. Let wel op dat je het ook weer niet te nat maakt. Het moet geen moeras worden.
Geef regelmatig water.
Optioneel
Steun plaatsen
Als de dille bloeischermen krijgt, heeft het nog wel eens de neiging om om te vallen. Je kunt de planten helpen overeind te blijven.
Prik rond de planten wat stokken in de grond.
Span losjes een touw om de dilleplanten en de stokken heen.
Water geven
Dille houdt van voldoende water. Let wel op dat je het ook weer niet te nat maakt. Het moet geen moeras worden.
Geef regelmatig water.
Optioneel
Steun plaatsen
Als de dille bloeischermen krijgt, heeft het nog wel eens de neiging om om te vallen. Je kunt de planten helpen overeind te blijven.
Prik rond de planten wat stokken in de grond.
Span losjes een touw om de dilleplanten en de stokken heen.
Oogsten
Na 6–8 weken zijn de planten oogstklaar.
Oogst de dille door de plant zo’n 5 centimeter boven de grond af te snijden.
Soms kun je later nog een tweede keer oogsten.
Oogsten
Na 6–8 weken zijn de planten oogstklaar.
Oogst de dille door de plant zo’n 5 centimeter boven de grond af te snijden.
Soms kun je later nog een tweede keer oogsten.
Oogsten
Na 6–8 weken zijn de planten oogstklaar.
Oogst de dille door de plant zo’n 5 centimeter boven de grond af te snijden.
Soms kun je later nog een tweede keer oogsten.
Oogsten
Snijd het hele bloemscherm van de plant.
Stop het bloeischerm in een papieren zak.
Bind de zak dicht.
Leg de papieren zak een week op een warme plek.
Maak het zaad voorzichtig los.
Maak het zaad voorzichtig los.
Oogsten
Snijd het hele bloemscherm van de plant.
Stop het bloeischerm in een papieren zak.
Bind de zak dicht.
Leg de papieren zak een week op een warme plek.
Maak het zaad voorzichtig los.
Maak het zaad voorzichtig los.
Oogsten
Snijd het hele bloemscherm van de plant.
Stop het bloeischerm in een papieren zak.
Bind de zak dicht.
Leg de papieren zak een week op een warme plek.
Maak het zaad voorzichtig los.
Maak het zaad voorzichtig los.
Let op: er kunnen meer rassen bestaan dan hierboven genoemd. Enkel rassen uit de databank van Achthoog.nl worden getoond.
De smaak van dille is zoetig anijsachtig. Het gaat al gauw verloren bij verhitting en wordt daarom pas aan het eind van het koken toegevoegd. Het wordt veel in de Scandinavische keuken gebruikt en past goed in sauzen en bij vis.
Bewaren
In de koelkast: 1–2 dagen Vriezer (−18 °C): 1 jaar Gedroogd: 1–3 jaar
Dille verlept snel. Je kunt het, gewikkeld in een vochtig papiertje, hooguit 2 dagen in de koelkast bewaren.
Je kunt dille ook invriezen. Dit doe je door de dille goed te wassen, het blad fijn te hakken en het in een goed afgesloten container in de vriezer te zetten.
Drogen kan ook. De smaak gaat dan wel wat achteruit. Droog de dille in kleine porties (eventueel met een velletje keukenpapier erop) 3 minuten op 600 watt in de magnetron.