Gewas
Sperzieboon
Sperziebonen zijn makkelijk om te kweken. Er zijn verschillende soorten sperziebonen, van de dunne haricot vert tot de dikke spekboon. Of kweek eens een geel of paars ras.
Het kweken van sperziebonen is erg makkelijk. Je kunt lage soorten (stambonen) van 30β50 centimeter hoog kweken of hoge, klimmende soorten (stokbonen) van 1Β½β2Β½ meter hoog.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 50 Γ 8 cm (enkele rij) / 50 Γ 40 cm (enkele rij).
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 100 Γ 60 cm (enkele rij) / 150 Γ 60 cm (enkele rij).
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 70 Γ 50 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 50 Γ 8 cm (enkele rij) / 50 Γ 40 cm (enkele rij).
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 100 Γ 60 cm (enkele rij) / 150 Γ 60 cm (enkele rij).
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 50 Γ 30 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 70 Γ 50 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 50 Γ 8 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 50 Γ 30 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 80 Γ 40 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 50 Γ 30 cm.
JANJ | FEBF | MRTM | APRA | MEIM | JUNJ | JULJ | AUGA | SEPS | OKTO | NOVN | DECD | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plantafstand: 80 Γ 40 cm.
= zaaien = oogsten
= zaaien = oogsten
= zaaien = afharden = uitplanten = oogsten
= zaaien = afharden = uitplanten = oogsten
= zaaien = oogsten
= zaaien = oogsten
= zaaien = afharden = uitplanten = oogsten
= zaaien = afharden = uitplanten = oogsten
= zaaien = oogsten
= zaaien = afharden = uitplanten = oogsten
= zaaien = afharden = uitplanten = oogsten
= zaaien = uitplanten = oogsten
= zaaien = uitplanten = oogsten
Zorg vooral voor een zonnige plek voor je sperziebonen. Ze houden niet van nattigheid en kunnen niet tegen (nacht)vorst.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 1 zaadje (bij zaaien op rijen met 8 centimeter afstand in de rij) of 3β4 zaadjes (rijen met 40 centimeter afstand in de rij).
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Stokbonen winden zich een weg omhoog. Je moet ze dus iets geven om tegen op te βklimmenβ. Veelgebruikte methoden zijn stokken (vier bamboestokken die als een piramide bij elkaar komen of telkens twee stokken in een A-vorm met bovenin een dwarsstok die alle bovenkanten van de Aβs met elkaar verbindt) of touwen die strak naar beneden gespannen worden.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Buiten is het een stuk koeler dan binnen en je planten moeten wennen aan de wind. Het is daarom belangrijk dat je de planten geleidelijk laat wennen voor je ze definitief buiten zet. Dat doe je door ze af te harden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Zet de planten een week lang overdag buiten en haal ze βs avonds weer binnen.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Buiten is het een stuk koeler dan binnen en je planten moeten wennen aan de wind. Het is daarom belangrijk dat je de planten geleidelijk laat wennen voor je ze definitief buiten zet. Dat doe je door ze af te harden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Zet de planten een week lang overdag buiten en haal ze βs avonds weer binnen.
Stokbonen winden zich een weg omhoog. Je moet ze dus iets geven om tegen op te βklimmenβ. Veelgebruikte methoden zijn stokken (vier bamboestokken die als een piramide bij elkaar komen of telkens twee stokken in een A-vorm met bovenin een dwarsstok die alle bovenkanten van de Aβs met elkaar verbindt) of touwen die strak naar beneden gespannen worden.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Maak het plantgat aan de binnenkant van de klimhulp. Op die manier groeien de planten tegen de klimhulp aan, waardoor ze er zich meteen omheen kunnen gaan winden.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Neem een pot of bak van minimaal 25 centimeter doorsnede.
Vul de pot met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 1 zaadje (bij zaaien op rijen met 8 centimeter afstand in de rij) of 3β4 zaadjes (rijen met 40 centimeter afstand in de rij).
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Neem een pot of bak van minimaal 40 centimeter doorsnede.
Vul de pot met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Stokbonen winden zich een weg omhoog. Je moet ze dus iets geven om tegen op te βklimmenβ. Veelgebruikte methoden zijn stokken (vier bamboestokken die als een piramide bij elkaar komen of telkens twee stokken in een A-vorm met bovenin een dwarsstok die alle bovenkanten van de Aβs met elkaar verbindt) of touwen die strak naar beneden gespannen worden.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Buiten is het een stuk koeler dan binnen en je planten moeten wennen aan de wind. Het is daarom belangrijk dat je de planten geleidelijk laat wennen voor je ze definitief buiten zet. Dat doe je door ze af te harden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Zet de planten een week lang overdag buiten en haal ze βs avonds weer binnen.
Neem een pot of bak van minimaal 25 centimeter doorsnede.
Vul de pot met potgrond.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Buiten is het een stuk koeler dan binnen en je planten moeten wennen aan de wind. Het is daarom belangrijk dat je de planten geleidelijk laat wennen voor je ze definitief buiten zet. Dat doe je door ze af te harden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Zet de planten een week lang overdag buiten en haal ze βs avonds weer binnen.
Stokbonen winden zich een weg omhoog. Je moet ze dus iets geven om tegen op te βklimmenβ. Veelgebruikte methoden zijn stokken (vier bamboestokken die als een piramide bij elkaar komen of telkens twee stokken in een A-vorm met bovenin een dwarsstok die alle bovenkanten van de Aβs met elkaar verbindt) of touwen die strak naar beneden gespannen worden.
Neem een pot of bak van minimaal 40 centimeter doorsnede.
Vul de pot met potgrond.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Maak het plantgat aan de binnenkant van de klimhulp. Op die manier groeien de planten tegen de klimhulp aan, waardoor ze er zich meteen omheen kunnen gaan winden.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 1 zaadje.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
In de kas is het een stuk koeler dan binnen. Het is daarom belangrijk dat je de planten geleidelijk laat wennen voor je ze definitief in de kas zet. Dat doe je door ze af te harden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Zet de planten een week lang overdag in de kas en haal ze βs avonds weer binnen.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
In de kas is het een stuk koeler dan binnen. Het is daarom belangrijk dat je de planten geleidelijk laat wennen voor je ze definitief in de kas zet. Dat doe je door ze af te harden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Zet de planten een week lang overdag in de kas en haal ze βs avonds weer binnen.
Stokbonen winden zich een weg omhoog. Je moet ze dus iets geven om tegen op te βklimmenβ. Veelgebruikte methoden zijn stokken (vier bamboestokken die als een piramide bij elkaar komen of telkens twee stokken in een A-vorm met bovenin een dwarsstok die alle bovenkanten van de Aβs met elkaar verbindt) of touwen die strak naar beneden gespannen worden.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Maak het plantgat aan de binnenkant van de klimhulp. Op die manier groeien de planten tegen de klimhulp aan, waardoor ze er zich meteen omheen kunnen gaan winden.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Neem een potje van minimaal 5 centimeter doorsnede.
Vul het potje met potgrond.
Maak een kuiltje van 3β4 centimeter diep.
Leg in het kuiltje 3β4 zaden.
Dek je zaaisel af met grond.
Geef je zaaisel water.
Maak het niet te nat, anders heb je kans dat de zaden gaan rotten.
Stokbonen winden zich een weg omhoog. Je moet ze dus iets geven om tegen op te βklimmenβ. Veelgebruikte methoden zijn stokken (vier bamboestokken die als een piramide bij elkaar komen of telkens twee stokken in een A-vorm met bovenin een dwarsstok die alle bovenkanten van de Aβs met elkaar verbindt) of touwen die strak naar beneden gespannen worden.
Wacht tot je planten na de kiembladeren twee echte bladeren ontwikkeld hebben.
Maak een plantgat ter grootte van het potje waar je sperziebonenplanten in zitten.
Maak het plantgat aan de binnenkant van de klimhulp. Op die manier groeien de planten tegen de klimhulp aan, waardoor ze er zich meteen omheen kunnen gaan winden.
Haal de pot van de plantkluit door voorzichtig op de pot te kloppen.
Stop de plantkluit in het plantgat.
Zorg dat de kiemlobben (de twee helften van de boontjes die je gezaaid hebt) net boven de grond uit komen.
Druk de grond stevig aan.
Geef de plant flink water.
Geschikt voor pot/bak: ja
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Ideale kiemtemperatuur: 18β22 Β°C
Kiemduur: 7β14 dagen
Zaaidiepte: 30β40 mm
Hoogte: 30 cm–2,50 m
Breedte: 30–50 cm
Zonbehoefte: volle zon
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Geef in droge periodes water.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Houdt de grond vochtig, maar zeker niet kletsnat.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Houdt de grond vochtig, maar zeker niet kletsnat.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Houdt de grond vochtig, maar zeker niet kletsnat.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Houdt de grond vochtig, maar zeker niet kletsnat.
Sperziebonen hebben weinig water nodig.
Houdt de grond vochtig, maar zeker niet kletsnat.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Pluk de sperziebonen als ze nog jong zijn en geen zaden gevormd hebben.
Houdt met je ene hand de bovenkant van de sperzieboon vast en met je andere β een klein stukje boven de sperzieboon β de plant.
Trek de sperzieboon los.
Op deze manier beschadig je de plant het minste.
Pluk regelmatig (tot wel 2 keer per week). De plant wil zich voortplanten en zal dus nieuwe sperziebonen gaan vormen, waardoor je een rijkere oogst hebt.
Let op: er kunnen meer rassen bestaan dan hierboven genoemd. Enkel rassen uit de databank van Achthoog.nl worden getoond.
Sperziebonen zijn het meest bekend als onderdeel van aardappelen groente vlees, maar ze zijn ook erg geschikt voor salades en in Indonesische gerechten.
In de koelkast: 1β2 dagen
Buiten de koelkast: 3β5 dagen
Vriezer (β18 Β°C): 1 jaar
Je kunt sperziebonen 1β2 dagen in de koelkast bewaren.
Buiten de koelkast blijven sperziebonen tot vijf dagen goed.
Wil je je oogst echt lang kunnen bewaren? Vries de sperziebonen dan in. Blancheer ze eerst 3β5 minuten. Goed om te weten: door het invriezen verliezen de sperziebonen wel hun knapperigheid.